NETTO RESULTAAT EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE
in €
2020 | 2019 | |
---|---|---|
11. Huuropbrengsten | ||
Woningen en woongebouwen DAEB | 39.470.999 | 38.709.227 |
Woningen en woongebouwen niet-DAEB | 612.847 | 610.766 |
Onroerende zaken niet zijnde woningen DAEB | 742.038 | -842 |
Onroerende zaken niet zijnde woningen niet-DAEB | 1.610.121 | 1.573.791 |
42.436.005 | 40.892.942 | |
Huurderving wegens leegstand | -574.117 | -320.824 |
41.861.888 | 40.572.118 |
De gemiddelde huurverhoging per 1 juli 2020 bedroeg 2,6% (1 juli 2019: 2,1%). De huuropbrengsten in 2020 bedragen € 41,9 miljoen en zijn daarmee dan € 1,29 miljoen hoger dan de huurinkomsten in 2019 (2019: € 40,6 miljoen). Deze hogere huurinkomsten bestaan voornamelijk uit de doorgevoerde huurverhoging en de in exploitatie genomen nieuwbouw in 2019, die in 2020 volledig in exploitatie is geweest. In het kader van de huursombenadering, is de totale huurverhoging voor het van toepassing zijnde deel van de portefeuille 2,53% (2019: 2,3%).
12. Opbrengsten servicecontracten | ||
Vergoedingen van huurders voor leveringen en diensten | 2.388.413 | 2.198.030 |
Derving wegens oninbaarheid | -27.262 | -16.439 |
2.361.151 | 2.181.591 | |
13. Lasten servicecontracten | ||
Servicecontracten | 2.255.603 | 2.192.586 |
De bedragen die in rekening worden gebracht voor levering en diensten, en overige onroerende en roerende zaken zijn gebaseerd op de geraamde c.q. werkelijke kosten. Zij worden jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast. Jaarlijks vindt afrekening plaats met de huurders met betrekking tot de leveringen en diensten over het voorgaande jaar.
14. Lasten verhuur en beheeractiviteiten | ||
Overige opbrengsten | -229.425 | -201.519 |
Toegerekende organisatiekosten | 1.660.052 | 1.885.519 |
1.430.627 | 1.684.000 | |
Lonen, salarissen en sociale lasten | ||
Lonen en salarissen | 2.959.017 | 2.845.485 |
Sociale lasten | 478.589 | 474.302 |
Pensioenlasten | 498.987 | 431.426 |
Overige personeelskosten | 399.017 | 1.039.758 |
4.335.610 | 4.790.971 |
Personeelsleden
Gedurende het jaar 2020 had de corporatie gemiddeld 53 werknemers in dienst (2019: 51). Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam (2019: -).
FTE
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Onderverdeeld naar: | ||
Directie/secretariaat | 3,6 | 3,3 |
Financiële administratie en bedrijfsvoering | 11 | 11,2 |
Verhuur en bewonerszaken | 10 | 9,7 |
Technische dienst | 28,6 | 27,1 |
53,2 | 51,3 |
Pensioenlasten
De gehanteerde pensioenregeling van Patrimonium Groningen is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). De belangrijkste kenmerken van deze pensioenregeling:
- Er is sprake van een ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
- Er is sprake van een middelloonregeling.
- De pensioenleeftijd is afhankelijk van de AOW pensioenleeftijd.
- De regeling kent zowel een levenslang als een tijdelijk partner- en wezenpensioen, waarbij het partner- en wezenpensioen is verzekerd op risicobasis.
- Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het bestuur van het pensioenfonds jaarlijks een premie vast met een maximum van 25% van de ouderdomspensioengrondslag respectievelijk 25% van de ouderdomspensioengrondslag gecorrigeerd met de deeltijdfactor.
- Als de middelen van het pensioenfonds het toelaten, zal het bestuur van het pensioenfonds de ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken van gewezen deelnemers aanpassen overeenkomstig de consumentenprijsindex voor alle huishoudens. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagverlening en het is voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Het bestuur van het pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken worden aangepast.
De belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst zijn:
- Deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds is verplicht gesteld voor de werknemers en bestuurders van Patrimonium Groningen.
- Patrimonium Groningen is uitsluitend verplicht tot betaling van de vastgestelde premies. In geen geval bestaat een verplichting tot bijstorting of recht op teruggave/premiekorting. Derhalve is geen voorziening opgenomen.
De (maand)dekkingsgraad van SPW bedraagt ultimo 2020 109,3% (ultimo 2019: 113,1%). De beleidsdekkingsgraad bedraagt ultimo 2020 103,1% (ultimo 2018 110,7%). Met deze beleidsdekkingsgraad voldoet het pensioenfonds niet aan de minimaal vereiste 104,2% die is voorgeschreven door De Nederlandse Bank (DNB). Er is daarom sprake van een dekkingstekort. Daarnaast is de dekkingsgraad lager dan de vereiste dekkingsgraad van 126,0%. SPW zal daarom in het eerste kwartaal van 2021 een herstelplan indienen bij DNB waarin wordt aangetoond hoe het pensioenfonds verwacht dat binnen tien jaar tijd de dekkingsgraad herstelt tot het niveau van de vereiste dekkingsgraad.
Het bestuur van het pensioenfonds heeft verder een financieel crisisplan opgesteld waarin is beschreven welke aanvullende maatregelen kunnen worden genomen om tijdig herstel mogelijk te maken. Het bestuur van het pensioenfonds zal, indien blijkt dat het fonds niet tijdig kan herstellen, conform dit financieel crisisplan, aanvullende maatregelen moeten nemen.
Grondslagen voor de toegerekende organisatiekosten
De toegerekende organisatiekosten aan verhuur, verkoop en beheeractiviteiten volgen uit de kostenverdeelstaat. Daarin worden de organisatiekosten, welke onder andere bestaan uit lonen en salarissen en overige bedrijfskosten, op basis van een interne inschatting van de urenbesteding naar activiteiten verdeeld. Hierbij wordt in hoofdlijnen onderscheid gemaakt naar exploitatie, projectontwikkeling, verkoop en leefbaarheid. De kostenverdeling vindt hoofdzakelijk plaats op basis van fte en loonsom.
Toerekening organisatiekosten
in €
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Toerekening organisatiekosten | ||
Lonen en salarissen | 3.905.024 | 3.751.214 |
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa | 253.485 | 400.324 |
Overige personeelskosten | 430.586 | 1.039.758 |
Overige toe te rekenen kosten | 1.228.450 | 1.949.391 |
Toe te rekenen organisatiekosten | 5.817.545 | 7.140.687 |
Organisatiekosten toegerekend aan: | ||
- Lasten verhuur en beheeractiviteiten | 1.660.052 | 1.885.519 |
- Lasten onderhoudsactiviteiten | 2.941.513 | 3.819.835 |
- Lasten behorende tot nettoresultaat verkoop vastgoedportefeuille | 29.594 | 40.954 |
- Overige organisatiekosten | 828.586 | 1.009.775 |
- Leefbaarheid | 357.800 | 384.604 |
Totaal toegerekende organisatiekosten | 5.817.545 | 7.140.687 |
De organisatiekosten zijn toegerekend op basis van een kostenverdeelstaat, op basis van het aantal fte en de loonsom. Op basis hiervan is onderstaande verdeelstaat toegepast op de toe te rekenen organisatiekosten:
2020 | 2020 | 2019 | 2019 | |
---|---|---|---|---|
FTE | Loonsom | FTE | Loonsom | |
- Lasten verhuur en beheeractiviteiten | 25,90% | 25,43% | 26,02% | 25,26% |
- Lasten onderhoudsactiviteiten | 54,16% | 51,32% | 55,14% | 51,98% |
- Overige directe lasten exploitatie bezit | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% |
- Lasten behorende tot nettoresultaat verkoop vastgoedportefeuille | 0,56% | 0,55% | 0,57% | 0,58% |
- Overige organisatiekosten | 12,74% | 16,49% | 11,75% | 16,10% |
- Leefbaarheid | 6,64% | 6,21% | 6,52% | 6,08% |
Totaal toegerekende organisatiekosten | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% |
in €
2020 | 2019 | |
---|---|---|
15. Lasten onderhoudsactiviteiten | ||
Planmatig onderhoud | 4.666.842 | 7.071.125 |
Mutatieonderhoud | 2.710.465 | 475.711 |
Reparatie-/klachtenonderhoud | 3.764.569 | 4.776.633 |
Toegerekende organisatiekosten | 2.941.513 | 3.819.835 |
14.083.389 | 16.143.304 | |
16. Overige directe operationele lasten exploitatie bezit | ||
Belastingen exploitatie | 3.388.610 | 3.005.962 |
Verzekeringen | 164.350 | -82.316 |
Verhuurderheffing | 4.832.640 | 4.140.877 |
Overige directe kosten | 400.724 | 357.531 |
8.786.324 | 7.422.054 | |
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa | ||
Materiële vaste activa | 253.485 | 400.324 |
253.485 | 400.324 |
17. Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille
Voor het verkochte daeb en niet-daeb vastgoed in exploitatie is de boekwaarde de marktwaarde in verhuurde staat. Het in de winst-en-verliesrekening verantwoorde resultaat bij verkoop van vorengenoemd vastgoed is derhalve beperkt, gezien het geringe verschil tussen de opbrengstwaarde en de boekwaarde.
Verkoop huurwoningen (daeb en niet-daeb vastgoed in exploitatie)
Verkoopopbrengst | 3.203.413 | 2.128.312 |
Af: Verkoopkosten | -159.619 | -167.906 |
Af: Toegerekende organisatiekosten | -29.594 | -40.954 |
Af: Marktwaarde verkochte vastgoedportefeuille | -2.169.268 | -1.194.096 |
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille | 844.932 | 725.356 |
De verkoopopbrengst betreft 16 verkochte woningen (2019: 12 woningen). De door verkoop in 2020 gerealiseerde waardestijging ten opzichte van de boekwaarde begrepen in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen, bedraagt € 1.330.511.
18. Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille | ||
Terugneming afwaardering vastgoed in ontwikkeling | 205.527 | -1.952.268 |
Waardeverandering door investeringen in bestaand DAEB en niet-DAEB Dotatie voorziening onrendabele investeringen | -4.305.329 | 0 |
0 | -205.527 | |
-4.099.802 | -2.157.795 | |
19. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille | ||
Waardeveranderingen DAEB vastgoed in exploitatie | 78.221.740 | 76.875.600 |
Waardeveranderingen Niet-DAEB vastgoed in exploitatie | 321.349 | 2.028.214 |
78.543.089 | 78.903.814 | |
20. Kosten overige activiteiten | ||
Dotatie dubieuze debiteuren | 192.690 | 0 |
21. Overige organisatiekosten | ||
Kosten uit hoofde van governance | 349.824 | 331.184 |
Toegerekende organisatiekosten | 828.586 | 1.009.775 |
Advieskosten | 293.339 | 0 |
1.471.749 | 1.340.959 | |
Accountantshonoraria | ||
Controle van de jaarrekening | 155.760 | 168.704 |
Andere controlewerkzaamheden | 18.150 | 18.150 |
173.910 | 186.854 |
Bovenstaande honoraria voor onderzoek van de jaarrekening is gebaseerd op de totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening 2020 ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende 2020 zijn verricht. Naast de controle van de jaarrekening is door de accountant de dVi-controle 2020 uitgevoerd.
22. Leefbaarheid | ||
Leefbaarheidsbijdrage schone woonomgeving/overlast/veiligheid | 471.614 | 355.158 |
Toegerekende organisatiekosten | 357.800 | 384.604 |
829.414 | 739.762 | |
Financiële baten en lasten | ||
23. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten | ||
Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten | 572 | 91.767 |
24. Rentelasten en soortgelijke kosten | ||
Rente op leningen overheid en kredietinstellingen | -7.104.850 | -7.462.059 |
Borstellingsvergoeding | -69.960 | -20.000 |
Overig | -15.917 | -47.839 |
-7.190.727 | -7.529.898 |
25. Belastingen
Schattingen
De acute en latente belastingen in de jaarrekening zijn bepaald met inachtneming van de fiscale regels volgens de door de sector met de belastingdienst gemaakte afspraken (Vaststellingsovereenkomst I en II). De toepassing van deze regels is op een aantal onderwerpen niet zonder meer duidelijk en voor discussie vatbaar. Deze onderwerpen zijn onder andere het onderscheid tussen onderhoudskosten en verbeteringen, de toerekenbare kosten inzake projectontwikkeling en de inschatting van het op basis van een fiscale winstplanning naar verwachting te verrekenen deel van beschikbare fiscale verliezen. Eerst bij de aangifte zal blijken of en in hoeverre de fiscus de door de groep gevolgde standpunten zal overnemen en accorderen. Om die reden kan de in de jaarrekening bepaalde acute en latente belasting achteraf nog aan veranderingen onderhevig zijn.
Belastingdruk winst-en-verliesrekening
De belastinglast/-bate over het resultaat in de winst-en-verliesrekening bestaat uit de volgende componenten:
in €
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Vennootschapsbelasting | -1.198.570 | -1.858.325 |
Mutatie latente belastingvorderingen | 124.000 | -616.832 |
-1.074.570 | -2.475.157 |
Aansluiting toepasselijk en effectieve belastingtarief
Het toepasselijk (wettelijk) belastingtarief bedraagt 25% (2019: 25%). Het effectieve belastingtarief, zijnde de belastinglast in de winst-en-verliesrekening uitgedrukt als % van het jaarresultaat voor belastingen, bedraagt 15,03% (2019: 2,97%).
in %
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Nominale belastingdruk | 25,00% | 25,00% |
Permanente verschillen | ||
Impact tariefswijziging in latenties | -0,19% | 0,00% |
Dotatie HIR | 0,00% | -0,24% |
Niet aftrekbare kosten | 0,00% | 0,04% |
Opwaardering gebouwen | 0,00% | 0,23% |
Fiscale afschrijvingen | 0,00% | -0,03% |
Fiscale onderhoudslast niet gewaardeerd | 0,00% | -0,68% |
Mutatie ORT | 0,00% | -0,05% |
Effect contantmaking latenties | -25,02% | -22,96% |
Afronding en aansluiting | 0,00% | -0,12% |
Effect niet gewaardeerde latenties | -0,02% | 0,00% |
Mutatie VPB latentie dit boekjaar | 0,00% | 0,74% |
Acute VPB voorgaande jaren | 0,00% | -0,16% |
ATAD renteaftrekbeperking | 1,48% | 1,20% |
Correctie voorgaande jaren | 0,07% | 0,00% |
Opstaptarief (€ 200.000 tegen 16,5% i.p.v. 25%) | -0,02% | 0,00% |
Effectief tarief | 1,29% | 2,97% |
Bezoldiging van de directie en de commissarissen
De bezoldiging van huidige en gewezen directie en commissarissen die in het boekjaar ten laste van de toegelaten instelling zijn gekomen, bedragen respectievelijk € 153.274 (2019: € 161.736) en € 79.152 (2019: € 81.965).
Groningen, 26 mei 2021
S.J. Krajenbrink